. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . m voorheen ge-eert, ende gevreeft haouen,,die belachien, ende beipotteden hem op t ieerfte. As LIAN u s» XCVIIL DEn E^el met veel houts enpacken overladen,Begon den droeven ftaet zijns levens te verfmaden;Als hij den gladden Henghft zaghbrieffen overt veld,O (fprack hij) of ick oock in vrijheyd waer gefteld!Dat ick in weelde mocht mijn dagen laten vlieden,En niemand over mij yets hadde te gebiede
Image details
Contributor:
Reading Room 2020 / Alamy Stock PhotoImage ID:
2CT0WB0File size:
7.1 MB (618.5 KB Compressed download)Releases:
Model - no | Property - noDo I need a release?Dimensions:
1734 x 1441 px | 29.4 x 24.4 cm | 11.6 x 9.6 inches | 150dpiMore information:
This image could have imperfections as it’s either historical or reportage.
. Vorstelijcke warande der dieren : waer in de zeden-rijcke philosophie, poëtisch, morael, en historiael, vermakelijck en treffelijck wort voorgestelt : mit exempelen uyt de oude historien, in prose . m voorheen ge-eert, ende gevreeft haouen, , die belachien, ende beipotteden hem op t ieerfte. As LIAN u s» XCVIIL DEn E^el met veel houts enpacken overladen, Begon den droeven ftaet zijns levens te verfmaden;Als hij den gladden Henghft zaghbrieffen overt veld, O (fprack hij) of ick oock in vrijheyd waer gefteld!Dat ick in weelde mocht mijn dagen laten vlieden, En niemand over mij yets hadde te gebieden!Maer als nu op het left, het langhgeootde dier, tfeerd draven zagh ten ftrijd hooghmoedig, trots en fier, Int midden vant gevaer, van ïpieffen en van zwaerden jO (fprack het) mijnen ftaet ick liever houde in waerden!Veel liever leve ick dus, met fl&vernij gedruckt, Als midden inden krijgh^daert zelden wel gekickt, (ken, „ Noch eer noch rijckdom magh den menfchgeluckigh ma-„ Wanneermen wel bemerkt den loop van Js weereks zaken , „ Geluckigh is die geen die hier genoeghzaem leeft, „ En ruft int geen daer God hem toe geroepen heeft. Ge iij 99 Warande der Dieren, 99. %jtlihet en den Haen, . TJ Ven alfoo hebben de Gabeoniten haer tegen den Levijt ende--zijn wijf bewefen, Judic. 19. Want als hij vredelijck endevriendlijck in de Stade Gala was gekomen, ende hem ftillekensvoor een huys met zijn wijf had nedergefet; fiet, foo quamen feerhaeft de geyle Gabeoniten, en vielen met grooter onzinnigheydden Levijt aen, ende martelden door hare geylheyd in die felvenacht het wijf ter doodt, ende de Levijt felve ontquam met nau-wer noot die felve bijtige geyle hanen. J u d 1 c. 19. XCIX. DEn ^oeckeloeren-haen zagh op zijn mift-hoop tredenEen rooden K^likoety dies werd hij zeer tonvreden, Beriep hem tot den kamp, en liep hem int gemoedt :Dies hem vcrweyren-moft den grooten Kjlikoet.IX) vochten beyde om ftrijdjdattroode bloed afdroopten, ls zij d een dander fel met lcherpe lpooren noopten.Den K